Wad- en kustvaren (zeevaren)

Peddelend naar de volgende boei draait een groepje kanoërs de voorpunt in de wind. Ondertussen houden ze het weer en de zeestroming scherp in de gaten.

Zeevaren is voor iedere gevorderde kanoër het ultieme avontuur. Om aan tochten op het wad en langs de kust deel te nemen moet je minimaal 15 km (of 2 uur) tegen windkracht 5 in kunnen varen en de peddelsteunen beheersen. Het spreekt voor zich dat je de boot op koers kunt houden. Verder is het aan te bevelen dat je enige kennis hebt van navigatie en getijden.

Tip:
Vaar op zee nooit alleen, maar tenminste met z'n drieën: zonder hulp weer in de kano klimmen is bij windkracht 5 nagenoeg onmogelijk.


De tochten
Zeekanoën begint thuis. Met behulp van kaarten en getijdentabel plan je de tocht. Het hoog- en laagwater bepalen de tijd van vertrek, pauze en terugkomst.

Ook met het weer wordt rekening gehouden. Bij een windkracht van 6 Bft of meer gaat een tocht niet door. De tochtleider informeert je hierover op de avond voor de tocht. De tochten zelf bestaan vaak uit meerdere uren varen onder wisselende omstandigheden. Het ene moment is de zee nog vlak, het volgende moment kan de zee behoorlijk ruig zijn. Onderweg is er meestal geen mogelijkheid om even uit te stappen, je moet dus tot het volgende rustpunt kunnen varen en de elementen trotseren.

Tip:
Ieder jaar wordt er een zee-instructiekamp georganiseerd dit kamp is een goede basis voor veilig zeevaren

Eisen voor deelname aan Zeetochten:

  • deelgenomen hebben aan twee IJsselmeertochten en/of bekend staan bij de
    Wad- & Kustcommissie als een goed geoefende vaarder.

Tochten voor gevorderden:

  • in het bezit zijn van het zeevaardigheidscertificaat of bekend staan bij de
    Wad- & Kustcommissie als een goed geoefende vaarder.

Kano-uitrusting*

Kano:  zeekano 4,50 tot 5,50 meter
Peddel: stevig
Grijplijnen: verplicht, net als draagklossen (toggels)
Spatzeil:  verplicht
Drijfvermogen: voor en achter (schotten met luiken)
Overige: kompas, vuurpijlen, sleeplijn, reservepeddel, pomp en kaart.


Kleding*

Kleding:  neopreenpak (long-john) met anorak of droogpak (drysuit) en thermo-onderkleding verplicht; hoofdbedekking wordt aangeraden
Zwemvest: verplicht
Schoenen: noodzakelijk (neopreen laarsjes of gympen)

Naast de kleding die je tijdens het varen draagt moet je iets meenemen om afkoeling te voorkomen tijdens de pauzes, bijvoorbeeld een warm (ademend) windjack of poncho .

* zie hoofdstuk /uitrusting/veiligheid een * hoofdstuk kano-informatie/uitrusting/kanokleding

 

Zee-instructiekamp

Iedere zomer is er het Zee-instructiekamp. De bedoeling van het kamp is dat er veel ervaring wordt opgedaan in het zeekajak varen. Dit geldt zowel voor de beginnende zeekanoërs als voor gevorderden. Tijdens het kamp wordt niet alleen gedacht aan het varen zelf, maar ook aan theorie over bijvoorbeeld navigatie, EHBO en het weer. Uiteraard wordt er veel aandacht besteed aan technieken. Denk hierbij aan reddingen, eskimoteren, maar ook aan verbetering van de belangrijkste techniek, het 'gewone' vooruitvaren. Als de weersomstandigheden het toelaten, kun je ook deelnemen aan de verschillende zeevaardigheidexamens.

Heb je zin om deel te nemen aan het volgende zeekamp, kijk dan op de agenda onder Vaarkalender